Fiscaliteit

De belasting die wordt geheven op de einddatum van het contract, is afhankelijk van het soort product en de fiscaliteit. 

Fiscale spaarplannen worden anders belast naargelang het gaat om pensioensparen, langetermijnsparen, een VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen), een RIZIV-plan (voor geneesheren, apothekers, tandartsen, logopedisten en kinesisten), een IPT (individuele pensioentoezegging, voor zelfstandigen in een vennootschap).  

Een uitvoeriger antwoord vindt u terug in de rubriek die specifiek aansluit bij uw situatie. 

Voor langetermijnspaarcontracten met fiscaal voordeel wordt een anticipatieve heffing van 10% ingehouden op de waarde van het contract (reserve, exclusief winstdeelnames) bij de heffing van de belasting. 

Die belasting wordt geheven op het moment dat u 60 jaar wordt indien het contract werd onderschreven vóór uw 55ste verjaardag, of op de tiende verjaardag van het contract indien het contract werd onderschreven na de leeftijd van 55 jaar.

Voor pensioenspaarverzekeringscontracten wordt een anticipatieve heffing van 8% ingehouden op de waarde van het contract (reserve, exclusief winstdeelnames) bij de heffing van de belasting.  Die belasting wordt geheven op het moment dat u 60 jaar wordt indien het contract werd onderschreven vóór uw 55ste verjaardag, of op de tiende verjaardag van het contract indien het contract werd onderschreven na de leeftijd van 55 jaar. 

Toen de regering besloot om de heffing te verlagen van 10% naar 8%, voorzag ze eveneens in een vervroegde inhouding van die belasting. Gedurende 5 jaar (van 2015 tot 2019) wordt elk jaar 1% ingehouden. Die belasting wordt berekend op de reserve van het contract op 31/12/2014. Op de 60ste verjaardag worden die vervroegde heffingen afgetrokken van het nog te betalen bedrag.

Allereerst wordt er een solidariteitsbijdrage van 0% tot 2% (naargelang van het kapitaal) en een RIZIV-bijdrage van 3,55% ingehouden.  

Een belasting wordt geheven op het saldo van het kapitaal, exclusief winstdeelname.

Voor individuele pensioentoezeggingen is de belastingvoet afhankelijk van de leeftijd waarop het kapitaal wordt geïnd: 

  • 10% indien het kapitaal wordt opgenomen vanaf de leeftijd van 65 jaar en indien de begunstigde effectief actief is gebleven tot die leeftijd (Vak V - codes [1215-46/2215-16]);
  • 16,5% (Vak V - codes [1214-47/2214-17])
    • indien het kapitaal wordt opgenomen op 65 jaar maar de begunstigde niet actief is gebleven tot die leeftijd;
    • indien het kapitaal wordt opgenomen op de leeftijd van 62, 63 of 64 jaar;
    • indien het kapitaal wordt gestort bij het overlijden van de verzekerde;
  • 18% indien het kapitaal wordt opgenomen op de leeftijd van 61 jaar (Vak V - codes [1253-08/2253-75]);
  • 20% indien het kapitaal wordt opgenomen op de leeftijd van 60 jaar (Vak V - codes [1245-16/2245-83]).

Allereerst wordt er een solidariteitsbijdrage van 0% tot 2% (naargelang van het kapitaal) en een RIZIV-bijdrage van 3,55% ingehouden. 

Daarbovenop wordt het saldo van het kapitaal (exclusief winstdeelnames) belast volgens het principe van de fictieve rente: men dient een bijkomend fictief bedrag (gelijk aan een bepaald percentage van het kapitaal) aan te geven gedurende een periode van 10 tot 13 jaar, naargelang van de uitkering van het kapitaal. Voor die contracten is er dus geen anticipatieve heffing of belasting volgens een vast percentage zoals voor de andere levensverzekeringsproducten.

Wanneer het kapitaal wordt uitgekeerd vanaf 65 jaar en de begunstigde effectief actief is gebleven tot die leeftijd, wordt slechts 80% van het kapitaal belast. 

Percentage en duurtijd?

  • De fictieve rente stemt overeen met 1% tot 5% van het kapitaal (exclusief winstdeelnames). Bijvoorbeeld in geval van een aan de echtgeno(o)t(e) uitgekeerd overlijdenskapitaal op de leeftijd van 39 jaar wordt 1% van het kapitaal aangegeven. De fictieve rente op een op 65 jaar uitgekeerd pensioenkapitaal is gelijk aan 5% van het kapitaal (of 80% van het kapitaal als de begunstigde effectief actief is gebleven tot die leeftijd).
  • De duurtijd tijdens dewelke de fictieve rente op de inkomens in de belastingsaangifte van de begunstigde bijgeteld moet worden, is in principe 13 jaar. De duurtijd wordt tot 10 jaar beperkt vanaf de leeftijd van 65 jaar. Deze rente wordt belast aan de marginale aanslagvoet van het jaar waarin de rente wordt aangegeven.

Voor levensverzekeringsproducten zonder fiscaal voordeel zal de belasting variëren naargelang het onderschreven producttype. 

1. In tak 21 (formule met gewaarborgd kapitaal en een vaste rentevoet) is er geen roerende voorheffing verschuldigd indien het kapitaal meer dan acht jaar na de onderschrijving van het contract wordt uitgekeerd. Een roerende voorheffing van 30% wordt ingehouden bij uitkering binnen de eerste acht jaren na de onderschrijving. Die voorheffing wordt berekend op een fictief rendement van 4,75%.  Onder bepaalde voorwaarden kan men de roerende voorheffing van 30% eveneens vermijden bij uitkering binnen de eerste acht jaren:

  • het contract voorziet in een dekking bij overlijden van minstens 130% van de gestorte premies, 
  • en de verzekeringnemer, de verzekerde en de begunstigde bij leven zijn dezelfde persoon. 

2. In het geval van tak 23 (formule die geen minimumrendement waarborgt en waarbij doorgaans wordt geïnvesteerd in beleggingsfondsen), wordt geen roerende voorheffing afgehouden.

U kan zonder enig probleem diverse spaarplannen combineren om uw pensioen op te bouwen. In de eerste plaats is er het pensioensparen dat fiscaal voordeel biedt en zich richt tot alle belastingplichtigen die belastingen betalen. Vervolgens, indien u beroepsinkomsten hebt en geen fiscaal voordeel geniet (op de volledige korf) voor een hypothecair krediet, kan u daarnaast een langetermijnspaarcontract onderschrijven dat eveneens een fiscaal voordeel biedt. Zelfstandigen kunnen eveneens een spaarplan afsluiten van het type VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen) of IPT (individuele pensioentoezegging, voor zelfstandigen in een vennootschap). Sommige beroepen kunnen onder bepaalde voorwaarden ook profiteren van een financiering van hun pensioen door het RIZIV (geneesheren, apothekers, tandartsen, logopedisten, kinesisten). En tot slot staat het iedereen vrij om die oplossingen die fiscaal voordeel bieden, aan te vullen met vrije spaarplannen waaraan geen belastingvoordeel is gekoppeld. Daarbij staat dan ook geen limiet op het bedrag dat men mag sparen.

Een pensioenspaarfonds wordt onderschreven bij een bank, terwijl een pensioenspaarverzekering  wordt onderschreven bij een verzekeringsmaatschappij. 

Qua fiscaal voordeel geldt voor beide pensioenspaarplannen hetzelfde stelsel. 

Het belangrijkste verschil bevindt zich in de berekening van de anticipatieve heffing: 

  • In het kader van een pensioenspaarfonds (bank) wordt de belasting geheven op een kapitaal berekend op basis van de gekapitaliseerde stortingen met fictief jaarrendement van 4,75% (men doet dus eigenlijk alsof het fonds een jaarrendement van 4,75% opleverde). De taxatie bedraagt 8% op het zo berekend kapitaal. Met andere woorden: indien het werkelijk jaarrendement van het fonds minder dan 4,75% bedraagt, is de taxatie nadelig; als het werkelijk rendement van het fonds daarentegen hoger ligt dan 4,75%, is de taxatie voordelig. 
  • In het kader van een pensioenspaarverzekering (verzekeraar) wordt de anticipatieve heffing van 8% afgehouden op de reële waarde van het  kapitaal, exclusief winstdeelnames. De taxatie stemt dus altijd overeen met het effectieve rendement van het spaarplan. 

Naast dat verschil op fiscaal niveau kunnen beide producten ook anders functioneren (zie vraag 'Pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering? Wat zijn de verschillen tussen beide producten?').

Naast dat verschil op fiscaal niveau (zie vraag "Pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering? Wat zijn de fiscale verschillen?") zal de keuze om te werken met een pensioenspaarfonds (bank) of een pensioenspaarverzekering (verzekeraar) ook een impact hebben op de flexibiliteit en de mogelijkheden van het product.

In een pensioenspaarfonds wordt enkel geïnvesteerd in beleggingsfondsen. Sommige banken bieden verscheidene fondsen aan en men kan dan overschakelen van een dynamisch fonds naar een defensief fonds, of omgekeerd. Bij banken die slechts één pensioenspaarfonds aanbieden, kan men doorgaans enkel beleggen in een dynamisch fonds. Bovendien kan men geen aanvullende waarborgen onderschrijven voor een dekking in geval van overlijden en/of arbeidsongeschiktheid. In geval van overlijden valt het spaarkapitaal onder de nalatenschap.

Bij een pensioenspaarverzekering kan men het soort belegging kiezen volgens de eigen behoeften en wensen: investeren in een beleggingsfonds (tak 23) of in een product met een gewaarborgd minimumrendement (tak 21) of nog in een combinatie van beide. Bovendien bieden de meeste pensioenspaarverzekeringsproducten de mogelijkheid om aanvullende waarborgen te onderschrijven voor bescherming in geval van overlijden (kapitaal naar keuze), ziekte (de spaarpremies worden betaald door de verzekeraar, of er kan eventueel nog een aanvullend inkomen worden gestort) of een ongeval (aanvullend kapitaal). Tot slot kan de begunstigde bij eventueel overlijden vrij gekozen worden door de verzekeringnemer. Het is dus ook mogelijk om de nalatenschap van de overledene te weigeren en het voordeel van de verzekering te aanvaarden.

Ja, een anticipatieve heffing van 8% wordt ingehouden op de leeftijd van 60 jaar of bij de tiende verjaardag van het contract (indien het contract werd onderschreven na de 55ste verjaardag).

U kan eventueel ook die gunstige belasting van 8% genieten bij opname vóór de leeftijd van 60 jaar, met name als u met pensioen gaat "op de normale datum" (bij het wettelijk of statutair einde van de loopbaan), onder de volgende voorwaarden:

  • er werden stortingen verricht gedurende minstens 5 verschillende belastbare periodes,
  • elke storting moet belegd gebleven zijn gedurende minstens 5 jaar.

Als u beslist om uw kapitaal te laten uitkeren vóór de inhouding van die heffing en de bovenstaande gunstvoorwaarden zijn niet vervuld, dan zal een voorheffing van 33% worden ingehouden (zie ook de vraag "Vanaf wanneer kan ik het geld van mijn pensioenspaarplan opvragen?").

Het overlijdenskapitaal is onderworpen aan een belasting van 8%.

Bovendien heeft de regering beslist om vervroegde heffingen te innen op die belasting: vanaf 2015 en tot en met 2019 (5 opeenvolgende jaren) gebeurt een inhouding van 1% op het kapitaal zoals dat bestond op 31 december 2014 (waarde van de rekeningtegoeden op 31 december 2014). Bij de heffing van de belasting van 8% op de leeftijd van 60 jaar, worden de reeds geïnde bedragen tussen 2015 en 2019 afgetrokken van het te betalen bedrag.

De vereffening van het contract gebeurt in de vorm van kapitaal of van een maandelijks uitgekeerde lijfrente, of een combinatie (in de verhouding die de klant zelf wenst). 

U maakt uw keuze in functie van uw persoonlijke situatie, na berekening van de fiscale impact van die keuze en rekening houdend met het feit dat het om lijfrente gaat, die dus vervalt bij uw overlijden. Wat betreft de eindbelasting:

  • Voor het kapitaal: belasting van het volledige kapitaal tegen de helft van de globale belastingvoet.
  • Voor lijfrente: vrijstelling van 50%. Het saldo moet aangegeven worden als inkomsten en zal belast worden volgens de normale belastingvoet. Deze belastingregeling is enkel geldig voor inwoners van Luxemburg. De fiscale behandeling is afhankelijk van uw individuele omstandigheden en de fiscale wetgeving die van toepassing is. Deze kan in de toekomst ook onderhevig zijn aan wijzigingen.

Fiscaal gezien kan u slechts belastingvoordeel genieten op één enkel contract per jaar. Indien u stortingen hebt gedaan in meerdere contracten binnen hetzelfde jaar, moet u kiezen welk contract u wil aangeven.

U wordt wel op het kapitaal van alle contracten belast.

In het kader van pensioensparen kan u een fiscaal voordeel genieten voor stortingen (exclusief eventuele aanvullende dekkingen) tot € 990 per jaar en per persoon in 2020.

In het kader van langetermijnsparen kan u tot € 2.390 aangeven (in 2020) per jaar en per persoon. Dit plafond is afhankelijk van uw beroepsinkomsten. Het fiscaal voordeel kan beperkt of tot nul herleid worden indien u een hypothecair krediet lopen hebt. De situatie verschilt naargelang de datum waarop u uw lening hebt onderschreven en het gewest waar u woont.

Zowel bij pensioensparen als bij langetermijnsparen wordt op de 60ste verjaardag een ‘bevrijdende heffing’ ingehouden voor contracten die zijn onderschreven vóór de leeftijd van 55 jaar. Die belasting bedraagt 8% en heeft betrekking op de opgebouwde reserves, exclusief winstdeelnames, bij pensioenspaarverzekeringen, en bedraagt 10% op de opgebouwde reserves, exclusief winstdeelnames, bij langetermijnsparen. 

U leest er hier meer over. 

Voor spaargelden die worden aangegeven in het kader van artikel 111 van de LIR is het kapitaal dat wordt gestort op de einddatum van het contract vrijgesteld van inkomstenbelasting. Voor spaargelden die worden aangegeven in het kader van artikel 111 Bis van de LIR gebeurt de vereffening van het contract in de vorm van kapitaal of van een maandelijks uitgekeerde lijfrente, of een combinatie (in de verhouding die de klant zelf wenst). 

U maakt uw keuze in functie van uw persoonlijke situatie, na berekening van de fiscale impact van die keuze en rekening houdend met het feit dat het om lijfrente gaat, die dus vervalt bij uw overlijden. Over de eindbelasting:

  • Voor kapitaal: belasting van het volledige kapitaal tegen de helft van de globale belastingvoet.
  • Voor lijfrente: vrijstelling van 50%. Het saldo moet aangegeven worden als inkomsten en zal belast worden volgens de normale belastingvoet. Deze belastingregeling is enkel geldig voor inwoners van Luxemburg. De fiscale behandeling  is afhankelijk van uw individuele omstandigheden en de fiscale wetgeving die van toepassing is. Deze kan in de toekomst onderhevig zijn aan wijzigingen.

Indien uw contract premievrij stond gedurende het hele inkomstenjaar, ontvangt u geen fiscaal attest voor betaling van een premie. Indien u wel premie betaalde tijdens het inkomstenjaar dan moeten wij dit verder onderzoeken. In België kan u ook altijd Tax-on-web raadplegen indien uw fiscaal attest bij de post verloren is gegaan.

De fiscale attesten worden in de loop van de maand april en mei verzonden per post. Op dat ogenblik zijn de attesten ook consulteerbaar in Tax-on-web.

Indien u fiscaal spaart, dan moeten uw betalingen voor het huidige kalenderjaar ten laatste op 31 december van dat jaar op de bankrekening van ERGO staan. Gelieve hiermee dus rekening te houden als u uw overschrijving doet. Als het bedrag pas in januari van het volgende jaar op onze rekening staat, dan is dit bedrag niet fiscaal aftrekbaar voor het huidige jaar.

ERGO maakt gebruik van Cookies 
ERGO Insurance NV maakt gebruik van noodzakelijke cookies om een goede werking van onze website te garanderen. U kan deze cookies altijd blokkeren of verwijderen in uw browser, maar gelieve er rekening mee te houden dat dit een impact kan hebben op de functionaliteit van onze website. Als u meer wilt weten over het gebruik van cookies door ERGO of over hoe u cookies kan blokkeren en/of verwijderen, raadpleeg dan ons Cookiebeleid.
Ik begrijp dit